Blog Robin

Er zijn

Het zijn maar twee woorden: ‘Er zijn’. Vaak hoor je van mensen die geraakt zijn door kanker dat de ziekte en de gevolgen ervan maken dat ze mensen in hun omgeving verliezen.

Door de ziekte ben je misschien meer aan huis gekluisterd, veel minder mobiel dan voorheen of helemaal niet mobiel. De ene persoon is ‘klaar’ met de behandeling, de ander blijft onder behandeling en weer een ander is uitbehandeld in het ziekenhuis.

Wie zijn er echt voor je? Pfff… ja, dat is voor ieder mens verschillend, omdat iedere situatie verschilt. De een heeft meer behoefte aan aanloop thuis over de vloer, de ander wil juist alleen maar de rust en stilte en weer een ander wil van alles ondernemen, misschien wel ‘nu het nog kan’. Niemand weet wat jij nodig hebt, laat staan dat je het zelf soms weet.

Je moet alleen door je eigen innerlijke processen. Er is geen draaiboek, er is geen goed of fout. Hulp en steun, zo is mijn persoonlijke ervaring, is voor mij van grote invloed op mijn kwaliteit van leven. Hulp en steun is altijd te vinden na behandelingen…. bij dierbare familie en vrienden, bij een lotgenoot, in het ziekenhuis, bij de huisarts of in het inloophuis. Alleen jij kan voor jezelf beoordelen wat bij je past. Dat klopt, want de hulp ligt niet op een presenteerblaadje maar kan wel aangereikt worden. Als het op een gegeven moment misschien stiller wordt als het gaat om je sociale netwerk, wordt het in jezelf misschien juist wel rumoeriger en heb je juist dan hulp nodig. Wie zijn er dan voor je? Het kan zomaar ingewikkeld worden.


Er zijn voor mezelf
Ik kan alleen maar voor mezelf spreken. Ik heb in de afgelopen jaren gemerkt, dat ‘er zijn’ ook betrekking heeft op mezelf. Beschikbaar zijn voor mezelf is voor mij steeds belangrijker geworden. Je mag weten dat ik van nature een kei ben in mezelf wegcijferen en altijd voor een ander klaarstaan. Dit heb ik mezelf wat afgeleerd.

Mijn leven is dusdanig veranderd, dat ik simpelweg niet in de mate als voorheen altijd voor een ander klaar kan staan. Het leven na kanker in mijn geval, maakt dat ik ruimte nodig heb om alles wat er gebeurt een bedding te geven, waarop ik vanuit innerlijke rust het leven kan leven. Mijn brein werkt niet meer als voorheen, ik kan me moeilijk concentreren. Vroeger was ik een lopende encyclopedie. Heden ten dage vergelijk ik mezelf meer met een zeef met te grote gaten. Het tempo anno 2022 kan ik niet meer bijbenen. Wat ik nodig heb is veranderd.
 

Harde realiteit
Het leven zoals het was is er niet meer. Dat is de harde realiteit. Ik heb zo ook opnieuw moeten ontdekken wat ik NU echt belangrijk vind. Dat zal voor ieder mens anders zijn. Hoe mooi is het om tegen mezelf te kunnen zeggen, mezelf te kunnen beloven: “Ik zal er altijd voor je zijn”. Door mezelf deze aandacht te geven en het echt belangrijk te vinden, zo heb ik met heel veel vallen en opstaan ontdekt, weet ik dat ik mezelf op de momenten dat het kan de ruimte mag geven.

Naast dat er zoveel lieve mensen om mij heen zijn die er voor me zijn, maakt deze zin dat ik er meer voor mezelf ben, ik mezelf beter leer kennen en dat ik mezelf in elk geval niet kwijtraak. De overtuiging die ik altijd heel sterk had dat ik er iemand iets mee tekort doe, neemt hierdoor af in kracht. Hij is er nog wel, maar hij mag ‘er zijn’. De grote lading is er vanaf. Voor mij persoonlijk is dat een waardevol inzicht in het leven. Het is voor mij de weg om dichter bij mezelf te komen en tevreden te zijn met het leven dat ik nu, ondanks de tegenslag leef.